“Hou je hoofd erbij!”, dat zei ik tegen mijzelf toen ik gisteren bij het achteruit rijden uit een parkeervak tegen een andere auto aan tikte. Geen schade gelukkig, maar hoe kon het gebeuren? Mijn eerste reactie was dat ik er niet helemaal bij was met mijn hoofd. Razendsnel schoten er allerlei motivaties en verklaringen door mijn hoofd om te kunnen aantonen dat de schuld voor het voorval vooral niet bij mij lag. Zo vroeg ik mij af waarom iemand zijn auto nou zo langs de stoep had neergezet dat het belemmerend kon zijn voor het uitdraaien van auto’s die wel op gemarkeerde parkeerplaatsen stonden. Mijn partner stond naar mij te kijken terwijl ik de manoeuvre uitvoerde en die dacht nog: “Wat gaat ie ver achteruit, hij ziet die auto toch wel?”.
Dit was een mooi voorval om eens te gaan uitzoeken. Ten eerste stelde ik vast dat ik routineus de handeling had uitgevoerd, ik reed zoals ik altijd doe als ik daar geparkeerd sta, met een bepaalde draai achteruit. Dit verklaart niet waarom ik de auto over het hoofd zag, alhoewel, in mijn achteruitkijkspiegel kon ik die auto best eens over het hoofd gezien hebben aangezien het om een lage sport auto ging. Wel vreemd dat ik geen rekening hield met die auto omdat ik enkele minuten voor ik in de auto stapte nog naar die auto had gekeken en dacht: “Daar staat die auto weer op die ‘handige’ plek”. Ik had dus beter moeten weten.
Het enige wat ik kan concluderen is dat ik op het moment dat ik achteruit reed niet helemaal in het hier en nu was. Ik voerde de actie uit op een routine zonder te kijken en bewust te zijn wat de situatie echt was in dat moment. De automatische piloot dus. Wat was de oorzaak dat ik niet helemaal in het hier en nu was? Gisteren volde ik mij niet lekker, met zo’n verkouden hoofd met nét geen hoofdpijn en nét niet duizelig. Geen ideale situatie maar ook niet zo dat ik het als een belemmering zag op mijn functioneren. Wel interessant om te bekijken waarom ik neig om niet in het hier en nu te zijn als ik mij niet optimaal voel.
Ik stel hierbij vast dat ik de neiging heb om mij in mijn geest terug te trekken als ik mij fysiek niet helemaal goed voel. Alsof ik de fysieke toestand waarin ik op dat moment verkeer niet aankan (of niet wil aangaan) en mij daardoor ‘lekker’ veilig terugtrek in mijn geest/gedachten om zo de fysieke werkelijkheid niet volledig te hoeven ervaren. Het lijkt op een soort zelfverdedigingsmechanisme wat, als je het goed beschouwd, nergens toe lijdt dan alleen maar teleurstelling en uitstel van noodzakelijke handelingen. Met noodzakelijke handelingen bedoel ik handelingen die ik verricht op basis van wat op dat moment nodig is in het fysieke.
Het wordt vermakelijk als ik ga kijken naar alles wat er door mijn hoofd is geschoten nadat mijn partner mij vroeg hoe het nou kwam dat ik die auto niet had zien staan. Die opmerking drukte in eerste instantie mijn neus op het feit dat ik zelf deze situatie had kunnen voorkomen en dat terwijl ik in een split second al een heelboel andere gedachten had gehad. In feite vond ik dat vanwege het foutief parkeren van een auto die daardoor ‘in de weg’ stond en waardoor ik niet mijn geautomatiseerde handeling van uit mijn parkeervak rijden niet op de ‘gewone’ manier kon uitvoeren, ik niet fout ben maar diegene die de auto op die ‘onhandige’ plek heeft neergezet, bijna met de intentie: “Zie je wel! Dat krijg je ervan als je je auto buiten de parkeervakken parkeert. Het feit dat ik er tegenaan gereden ben is je eigen stomme schuld”.
Als ik in zelf-eerlijkheid naar de situatie ga kijken zie ik dat ik de enige ben die verantwoording naar mijzelf moet afleggen. Er is geen enkele andere rechtvaardiging mogelijk. Ook niet als ik zeg dat het komt omdat ik mij niet helemaal goed voelde. Als dat zo is dan had ik moeten besluiten om niet de auto in te stappen waarmee ik uit had gesloten dat er bepaalde gevolgen hadden ontstaan. Met andere woorden, als ik bewust ben van mijn fysieke staat en mijn fysieke kunnen dan kan ik altijd vaststellen tot welke fysieke handelingen ik wel of niet in staat ben. Het is altijd een check in de fysieke werkelijkheid die er moet plaatsvinden en dat heeft niets te maken met eventuele ideeën die ik zou kunnen hebben over zo’n situatie, ideeën staan immers nooit in relatie tot de fysieke werkelijkheid.
Probleem
Het uitvoeren van handelingen op de ‘automatische piloot’ door het niet (geheel) in het hier en nu zijn, dus met je hoofd in de wolken of als ‘zelf’ teruggetrokken zijn in de mind/geest.
Oplossing
Het mezelf bewust maken van de situaties waarin ik de neiging heb om mij in mijn geest terug te trekken en daar in het vervolg op te letten door dit als trigger points te zien om mijzelf in dat moment weer terug te zetten in het hier en nu en mij dus volledig bewust te zijn van de situatie waarin ik verkeer.
Beloning
Het ten aller tijde bewust zijn van mijn handelingen (hier vallen ook woorden en gedachten onder) leidt er toe dat ik in elk moment de volledige verantwoordelijkheid kan nemen voor alles wat ik denk, zeg en doe. Hiermee kan ik op elk moment de werkelijke fysieke situatie waarnemen en daarnaar handelen zonder dat ik te maken heb met gedachten die mij op het verkeerde been zetten doordat ik andere verwachtingen met betrekking tot de echte situatie.
Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om niet in het hier en nu te zijn als ik in de fysieke wereld een bepaalde handeling uitvoer omdat ik daarmee mijzelf en anderen in gevaar kan brengen of op z’n minst niet noodzakelijke gevolgen veroorzaak.
Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om onmiddellijk na het aangesproken te zijn op het voorval dat is veroorzaakt door het handelen in een toestand van ‘niet in het hier en nu zijn’ allerlei redenen te bedenken die mijn handeling zouden moeten verklaren en waardoor ik mijn verantwoordelijkheid kan afschuiven op oorzaken die buiten mijzelf liggen.
Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om bij het inzien dat ik de enige ben die volledige verantwoordelijkheid kan nemen voor mijn eigen acties ik mijzelf verwijt, na reconstructie van het voorval, dat ik zaken over het hoofd heb gezien die ik had moeten zien.
Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om de schuld voor het voorval neer te willen leggen bij een ander die in mijn opinie door zijn/haar handelen de situatie heeft gecreëerd die ertoe leidde dat ik uiteindelijk het slachtoffer ben geworden van de gevolgen van die situatie.
Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om niet te hebben stilgestaan bij mijn actuele fysieke gesteldheid en dat ik niet heb getoetst of ik, in die toestand, mijzelf in staat achtte om de handelingen te verrichten die ik even later zou gaan uitvoeren.
Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om niet in te zien dat ik in de toestand waarin ik verkeerde, het teruggetrokken zijn in de geest vanwege het niet fysiek optimaal voelen, invloed kon hebben op de manier waarmee ik handelingen zou gaan verrichten in de fysieke werkelijkheid.
Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om de fysieke toestand waarin ik verkeerde te bagatelliseren omdat ik het feit dat ik er rekening mee zou moeten houden als een beperking van mijn ‘vrijheid’ zag waardoor ik niet kon doen wat ik mij had voorgenomen te gaan doen.
Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om misbruik te maken van situaties waarin mijn fysieke toestand mij belemmert in het uitvoeren van bepaalde taken door de ene keer toch de taken uit te voeren in de wetenschap dat ik dat niet optimaal zal doen en de andere keer taken juist niet uitvoer die ik wel had kunnen doen met als motivatie dat ik er fysiek niet fit genoeg voor was.
Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om niet altijd in zelf-oprechtheid/zelf-eerlijkheid te kunnen bepalen wanneer mijn fysieke gesteldheid wel of niet een belemmering is voor het uitvoeren van bepaalde taken en dat ik in die beoordeling ook factoren laat meewegen die gebaseerd zijn op gevoelens en emoties en dus niet op de werkelijke fysieke wereld.
Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om mijzelf te trainen de werkelijke staat van mijn fysieke gesteldheid te herkennen en zonder ruis te bepalen wat ik op een gegeven moment wel of niet kan ondernemen zodat ik daarvoor mijn volledige verantwoordelijkheid kan nemen.
Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om niet in zelf verwijt te schieten als ik inzie dat ik iets niet goed heb gedaan maar in dat moment de situatie waarneem en mijn verantwoordelijkheid neem voor de gevolgen van die actie/handeling.
Als ik vaststel dat ik om wat voor een reden dan ook in de geest ben en niet in de fysieke werkelijkheid, dan stop ik, haal ik adem. Ik breng mijzelf tot stilstand en neem de fysieke werkelijkheid waar van mijzelf en mijn omgeving. Op basis van deze situatie bepaal ik wat mijn volgende actie/handeling zal zijn met in acht name van alle factoren die ik op dat moment tot mijn beschikking heb, in zelf-oprechtheid en in het belang van een ieder.